Ik heb heel wat boeken van Maarten ‘t Hart gelezen in de loop der jaren. Te beginnen natuurlijk bij Een Vlucht Regenwulpen. En zo verder tot en met het boek Magdalena over zijn moeder.
Het oeuvre van ’t Hart omvat ook een aantal verhalenbundels. De Moeder van Ikabod is de laatste in deze reeks verhalenbundels. Ik heb er lang over gedaan voordat ik ertoe kwam het boek op deze website te bespreken. Als ik dit schrijf heb ik het eigenlijk al een maand uit. De reden is dat ik het moeilijk vond om de titel te begrijpen.
De titel is een hoofdstuk in het boek. Vaste ingrediënten in de boeken van ’t Hart zijn uitweidingen over klassieke muziek – met Bach op nummer één in de hitlijst – en Bijbelcitaten. Nou op dat gebied komen we in dit hoofdstuk wel aan ons trekken. Maar wie Ikabod is en wie zijn moeder is, dat blijft een beetje in het vage.
Maarten is een afvallige gereformeerde. Hij sjouwt – als andere afvalligen [Jan Wolkers en Joop den Uyl bij voorbeeld] – zijn godsdienstig verleden mee in de rest van het leven. In zijn hoofd zit een dikke catalogus met Bijbelcitaten. En ook kerkmuziek blijft belangrijk. De afvallige Maarten blijft met de kerk verbonden door zijn optreden als organist bij trouwpartijen en begrafenissen op doordeweekse dagen. De vaste organisten verdienen op die momenten de kost bij een werkgever en zijn daarom niet beschikbaar. En ze zijn ook wel eens met vakantie. In die vakantietijd wordt Maarten ook te hulp geroepen voor zondagsdiensten. Niet tot zijn genoegen.
In het verhaal over de moeder van Ikabod doet zich zo’n situatie voor. Er is een gastdominee voor de dienst die Ilonka de Priester heet. Als ze aan haar preek wil beginnen dan blijken er geen gelovigen op de banken te zitten. Vakantietijd tenslotte. Toga uit en naar huis zou je zeggen. Maar Maarten citeert uit de Bijbel over een bruiloftsmaal waarbij de Koning opdracht geeft iedereen van buiten de zaal naar de maaltijd te slepen. Dat gaat misschien wat ver voor deze dienst. Maarten, de kosteres, de ouderling van dienst en Ilonka besluiten in plaats daarvan te stemmen: Gaat de dienst door of niet? Nou, die gaat dus door.
Na afloop van de dienst blijkt onder de strenge domineestoga een aantrekkelijke vrouw schuil te gaan. Reden voor ’t Hart om niet direct te willen vertrekken, al suggereert hij het tegenovergestelde.
De dominee verwijt hem dat hij in zijn boeken als een dolleman tegen het geloof tekeergaat, maar wel orgel speelt tijdens kerkdiensten. Ze vindt dat huichelachtig. En daar heeft ze uiteraard een punt. ’t Hart weerlegt dit:
“Ik herinner me nog een preek van dominee Venema over de moeder van Ikabod op haar sterfbed. Die moeder noemde haar zoon Ikabod omdat de ark des verbonds was buitgemaakt, en de eer uit Israël weg was, en volgens Venema moesten wij allen voortaan Ikabod genoemd worden.” [1 Samuel 4]
Daar moeten we het dan qua uitleg mee doen. In een boek van 283 bladzijden blijft het wat magertjes. Ik ga er dus maar wat verder op in hier.
Eerst maar even die moeder. Ze is thuis en ligt in het kraambed. Daar wordt haar slecht nieuws gebracht. Haar man, de priester Pinehas, is ten strijde getrokken tegen de Filistijnen. Dat gebeurt vaak in het Oude Testament; knokken tegen de Filistijnen. Pinehas komt om in die strijd. Op zichzelf al erg genoeg, maar het wordt nog erger. Pinehas heeft tijdens de veldtocht de Ark des Verbonds meegenomen. En die hebben de Filistijnen buitgemaakt.
De Ark des Verbonds in het heiligste dat je kunt bedenken in de Joodse godsdienst. De kist waaruit hij bestaat bevat de twee stenen tafels met daarop de tien geboden. Hij staat in de tempel. Ooit is die Ark al eens om Jericho gedragen, waarna de muren van die stad instortten en de stad kon worden ingenomen. Succes lijkt dus verzekerd als je de Ark meeneemt als je ten strijde trekt. Maar hier even niet.
Pinehas dood, de Ark in handen van de vijand. Als ze deze boodschap overbrengen aan de vader van Pinehas, de hogepriester Eli, dan valt die bij het horen van het slechte nieuws van zijn stoel en breekt daarbij zijn nek. Eerder dan het nieuws over de dood van zijn zoon doet het buitmaken van de ark hem van zijn stoel vallen.
Met deze drie onheilstijdingen trekken boodschappers naar het kraambed van de moeder, die inmiddels in barensweeën is. “De Eer is weg” roept ze ontzet. En “Waar is de Eer”. Als haar zoontje geboren is dan sterft ze van verdriet. Om haar laatste woorden te gedenken wordt het jongetje Ikabod genoemd, Hebreeuws voor “De Eer is weg.” “Kabod” betekent Eer. ”I” is een uitroep van smart.
Pinehas en ook zijn broer Hofni waren slechte priesters. Ze toonden geen eerbied voor hun God. De God van de Joden was er een van harde maatregelen: De strijd wordt verloren, allebei de broers komen om, de vader breekt de nek en de Ark verdwijnt uit de tabernakel. God laat niet met zich spotten.
Ik ben op een Christelijke School geweest en vond Bijbelse Geschiedenis een mooi vak. Maar de hierboven vermelde wijsheid komt van het internet. Die wijsheid ging het repertoire van Meester Zonneveld en Meester Grimme te boven. http://hrtlink.nl/blog/welke-naam-draag-jij-ikabod-imanuel kan ik aanraden als je je verder in deze geschiedenis verdiepen wilt.
Er staat natuurlijk veel meer in het boek. God blijkt in Warmond te wonen en de ark komt nog een keer terug in het boek als iemand op bezoek komt die Maarten woonbootambassadeur wil maken. Hij moet dan tegen woonboten zijn. Dat gaat niet door want hij overweegt juist een arkje in zijn tuin te leggen voor het geval de duinen doorbreken en Warmond onder water komt te staan. Zo kan hij, als Noach destijds, de tweede zondvloed overleven.
Het boek zit vol Maartensiaanse humor, een ZKV en andere verwijzingen naar collega-schrijvers als Jan Siebelink en Maarten Biesheuvel. Die andere Maarten die wel de P.C. Hooftprijs kreeg.
Tenslotte nog iets dat opmerkelijk is voor de Montessorianen onder ons. Brecht van de Muyzenberg – Supermontessoriaan van weleer – blijkt een tante van Maarten ’t Hart te zijn. Zie Hondenmuziek.
Ik heb het boek met veel plezier gelezen.