Hopman

Op internet stuitte ik op een boek van Rudie Kagie, dat Hopman heet. Direct geïntrigeerd natuurlijk want ik ben zelf ook nog een paar jaar Hopman geweest. Van de landelijke BE – (Bijzondere Eisen) groep Luctor et Emergo. Voor gehandicapte jongens die thuis woonden of werden opgevoed in een instelling als de Johanna Stichting in Arnhem of het Goois Kinderziekenhuis in Bussum. Elk jaar een zomerkamp met jongens, dravers om hen te helpen, en leidsters en leiders. Soms wel meer dan honderd personen in totaal. We kampeerden dan vaak op het terrein van Kasteel Sterkenburgin Driebergen. Op de foto inspecteer ik de patrouille van Carel Boon. Samen met Henk Stam, Johan Eisberg en Bert Verwaal. Dat was in 1964.

Inspectie van een patrouille in 1964

De Hopman uit het boek en ik hadden, denk ik, maar weinig gemeen met elkaar. Hilbert Kraaijvanger – zo heet hij – is een loner, een wat contactarme man. Journalist, uitgever van een lokale krant in Noord-Nederland. Zo komt hij in contact met Rudie Kagie, de ik-figuur in het boek, een jongen in de verkennersleeftijd die opgroeit in een tehuis voor kinderen die uit huis geplaatst zijn. Hij meldt zich bij Kraaijvanger tijdens een vakantie; hij wil journalist worden.

Hilbert helpt hem daarbij. Zorgt dat hij het onderwijs krijgt dat voorwaarde is voor een opleiding tot journalist. Kraaijvanger is Hopman van een padvinderstroep en Kagie is lid van een groep in de buurt van het tehuis waar hij wordt opgevoed ergens in Zuid-Holland. Daarom mag hij ook mee met het Noordelijk Pinksterkampin Anloo en gaat hij kamperen in Ommen op het terrein van Gilwell Ada’s Hoeve. Dat vind ik het leuke van het boek, al die dingen die ik me herinner uit mijn eigen padvinderstijd.

Gilwell Ada’s Hoeve in Ommen

Maar dan krijgt het gedrag van Hilbert wat merkwaardige trekjes. Hij wil Kagie als zijn zoon adopteren. Maar als vrijgezel gaat dat niet lukken. Rudie kan alleen geadopteerd worden in een gezin. En daarom gaan ze op zoek naar een vrouw voor Hilbert die intussen alvast doet of Rudie zijn pleegzoon is. Als er dan een vrouw gevonden wordt dan blijkt die niet de ideale moeder voor Kagie. Het gedrag van de Hopman krijgt intussen ook wat pedofiele trekjes.

Rudie Kagie

Het boek is goed geschreven en geeft een mooie inkijk in de manier van opvoeden die in die dagen gangbaar is in tehuizen voor jongen die niet thuis wonen. De padvinderssituatie is niet alledaags en zeker niet zoals ik me die herinner uit mijn Hopmans dagen. En helaas ontkomt Kagie ook niet aan clichés als uniformen die militaristisch zijn en zo. Maar het is zeker de moeite waard om het boek te lezen. 


Deze reactie kreeg ik van Lily Bruns

9 Reacties

  1. Ruud

    Was je hopman? Nooit iets van mee gekregen. Beschikbaarheid siert de mens Kelpin.
    Vandaag weer veel geleerd. Waarvoor dank

    Ruud

    Reageren
    1. Fred Kelpin (Auteur bericht)

      Ik denk dat ik Hopman was in de tijd at jij je bezig hield met wagenspringen en in torens klimmen!

      Reageren
      1. Ruud

        Dus.je maakte carrière zonder dat ik erbij was.
        Wat een teleurstelling.

        Reageren
  2. Fred Kelpin (Auteur bericht)

    Beste Fred,

    De Conservator van het Nationaal Scouting Museum in Baarn schrijft me:

    Hartelijk dank voor je bericht.
    Leuk dat dit boek bij jou zulke aardige herinneringen oproept.

    Met museumgroet,

    Paul Heessels
    Conservator Scouting Nederland Museum

    Reageren
  3. Fred Kelpin (Auteur bericht)

    Ik krijg een e-mail van Adri Salzherr. Zij meldt me dat mijn alter ego, Hopman Jan van der Steen bij Postgroep Zuid Mhla Panzi, op 29 mei 2019 overleden is. Een directe en waardevolle man die later vooral bekend geworden is door de boeken die hij over Padvinderij geschreven heeft en de leiding die hij gaf aan het Scouting Museum in Baarn. RIP.

    Reageren
  4. Fred Kelpin (Auteur bericht)

    Dat herinner ik me, Bart. Ik was toen nog geen Hopman maar Patrouillevaandrig. What’s in a name! Die directe een aanhoudende zorg voor de gehandicapte jongens vond ik zwaar destijds.

    Reageren
  5. Bart van der Heide

    Beste Fred,

    Ook ik ben een keer mee geweest als draver. Ik droeg toen als gevolg van een operatie aan een gebroken rugwervel een orthopedisch korset. Ik vond mezelf al niet zielig, maar in die omgeving viel het ongemak helemaal weg. Een moment is me tot op de dag van vandaag bij gebleven. Voor het eten werd er gebeden in de vorm van een lied. ’Wij danken u voor het dagelijks brood, kracht en gezondheid heer‘. De meesten konden niet eens hun eigen vork vast houden…Daar werd ik toen redelijk treurig van.

    Hartelijke groet, Bart

    Reageren
  6. Fred Kelpin (Auteur bericht)

    Dank je wel, Henk. Het was een mooie tijd.

    Reageren
  7. Henk van den Beukel

    Beste Fred,
    Ik vind het een beetje ontroerend om te zien hoe wij beiden als oud Duivendrechters met onze herinneringen uit het verleden omspringen. Ieder in zijn eigen spoor. Jij met je onderwijs-, Montessori en padvinderij achtergrond en ik na afscheid van mijn werkzame leven met mijn spirituele achtergrond (zie bijv https://www.olyphant.nl/Zoektocht en https://www.netwerknde.nl) en andere dingen, waar jij ook andere opvattingen over hebt.
    Onlangs kwam ik onze oude buren uit Ouderkerk en daarvoor van het rijtje aan de Rijksstraatweg waar jij met Henk en Tom in de buurt woonde weer tegen alsof de tijd had stilgestaan en zag op een oude foto Wim Eijk als koorknaapje, die nu vanuit Utrecht de ouderwetse lakens uitdeelt. Wat wordt dat allemaal relatief als je daar met de ogen van vandaag op terugkijkt.
    Hartelijke groeten, Henk

    PS Ik moest een website invullen en heb nu deze maar ingevuld, die een relatie heeft met het verhaal van Tante Buny en de Drentse achtergrond van mijn moeder, maar ik had ook mijn site Familydesk kunnen nemen met achtergronden uit het Westland, Friesland, Groningen en Drenthe

    Reageren

Laat een antwoord achter aan Ruud Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *